Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De gedachten des vlijtigen zijn [9]alleen [10]tot overschot; maar van een ieder, [11]die haastig is, alleen tot gebrek. 9. Anders: waarlijk, of gewisselijk. Alzo in het volgende lid van vs.5. 10. Dat is, worden zo gezegend van God dat de vlijtige arbeider daarvan niet alleen zijn dagelijkse noodruft krijgt, maar ook wat daarenboven voor een buitengewonen nood en voor zijne kinderen. 11. Dat is, die met een schielijke en onvoorzichtige haastigheid door allerlei middelen zoekt rijk te worden; vergelijk boven hfdst.20 vs.21.